Helaas is de supermarktketen met de rode naam, met voorheen minder harde muziek, ook overstag. In het filiaal in de Pijp ga ik, vanwege de nieuwe inrichting en luide muziek niet graag boodschappen doen. Deze week ga ik daarom met mijn tassen naar het onlangs heropende filiaal in Oud-West.
Bij binnenkomst wil ik al weer huiswaarts. Want de nieuwe rust voor de ogen buiten wordt via de oren binnen weer opgeheven. Tijdens de nieuwe inrichting hebben ze ook tientallen nieuwe speakers aan het plafond gehangen. Mee in de kermis van R&B, Hip Hop en kreunende Afro-Amerikaanse dames moet je. Of je wil of niet. Des te verder je de winkel in gaat neemt het aantal decibellen toe. Rond het groenteplein hangen wel vier speakers. Mensen schreeuwen over de bananen heen. Een bejaard echtpaar vecht luid hun strijd uit om welke groente die avond gegeten gaat worden. De sperziebonen die de man wil passen volgens de vrouw niet in het door haar opstelde groenteschema. Een moeder krijst naar haar kinderen, harder nog dan deze kindertjes zelf ooit zouden kunnen jengelen. Mensen graaien in het wilde weg in de grabbelton van felgekleurde producten en botsen met de karren tussen de schappen. Het lijkt alsof iedereen in paniek maar wat in zijn of haar kar gooit. Ik zie mensen met samengeknepen ogen richting kassa vluchten. Maar ook daar is harde muziek. Sommige klanten lijken angstig te gaan huilen. Vlak bij de kassa staan twee vrouwen op nog geen vijftig centimeter van elkaar de plannen voor de avond door te nemen. Ze loeien als tochtige koeien op stal. Ik krijg zin om m'n karretje te laten staan en er vandoor te gaan. Maar ik zit vast in deze val.
Wachten voor de kassa vind ik meestal nooit een probleem. Ik heb dan rustig de tijd om na te denken. Of een klein gesprek te voeren met een andere klant. Intussen bekijk ik dan alle lelijke verpakkingen in de karren en schappen om me heen. Maar dat is nu voorbij. De pausen van de Consumptieve Kerk vragen om een andere houding van haar kerkgangers. Mag de vernieuwde sobere voorgevel je nog doen geloven dat je ter bezinning de Tempel der Levensmiddelenmarkt binnen gaat, achter de deuren wordt je vanzelf opgezogen in de Hip Hop Hoogmis van het grote graaien. Onvrijwillig begeleid door de hedendaagse Gospels krijg ik heimwee naar de saaie muzak van begin jaren tachtig. Wat zou zeverige zeikmuziek van Richard Kleidermann nu fijn zijn. Al draaien ze het elke dag. Als ik tenminste mijn eigen gedachten maar weer mag horen bij de keuze van koekjes, waspoeder en wc-papier.
De tram voor de terugreis komt snel als een reddingssloep de halte op. De chauffeur vind dat ik maar moet gaan zitten. Dat ik nog een geldig stripje op de kaart heb gelooft hij wel. "Ga maar lekker zitten man", zegt hij. Hij weet aan welk geweld ik net ben ontsnapt. Zachtjes schommelend rijden we huiswaarts. Geen muziek in deze tram. Zelfs de wielen glijden nu zo stil als mogelijk door de rails.
Een reactie op "Geluidsbarrière"