Zijn plan om twee straten in de Jordaan open te graven tot gracht eindigde in een van de rumoerigste inspraakavonden van de laatste jaren. Gedesillusioneerd broedde Guido op een nieuw idee. Hij keek in wat oude boeken, bezocht eens het Amsterdams Historisch Museum en ziet op oude prenten twee torens schitteren als bakens van de stad. Zou het niet geweldig zijn als die torens herrijzen en daarmee mijn eeuwige roem bevestigd is, dagdroomde Guido. En zo komt het dat hij vorige week met het voorstel kwam om de in 1829 gesloopte Haringpakkerstoren en de Jan Roodenpoortstoren te herbouwen.
Als Frankfurther zich wil inzetten voor de stadsgezichten van Amsterdam dan zijn er in de binnenstad nog voldoende bestaande vervallen hoekjes op te poetsen. We denken aan het nooit afgemaakte project om wat aan de schreeuwende reclameborden op het Damrak te doen, langzaam aftakelende monumenten, onoverzichtelijke straten en kruispunten die snakken naar een opknapbeurt...
De inspraakavond over de Anjeliersgracht had in ieder geval tot gevolg dat niemand nu de woorden ‘gracht’ en ‘opgraven’ in een zin durft te noemen. Het plan van de torens sterft vast aan een stille dood. En Guido, ach Guido. We herinneren hem als de wethouder die zo graag wilde, maar steeds net de verkeerde plannen had. Onsterfelijk weet hij zich te maken, maar dan in de verkeerde zin van het woord.
en hij is zo vlot. met z’n kuifje.
ach, zo’n jongen toch…