Ik ben eerst maar eens langs de zwerfsportwinkel gegaan om mij de nodige ‘outdoor gear’ aan te schaffen. Daar blijkt het assortiment al volledig afgestemd op trekkers die een expeditie naar het Rijksmuseum willen ondernemen of tenminste één keer in hun leven het tracé van de Noord-Zuidlijn ‘gedaan’ willen hebben.
Ik kwam dus thuis met lieslaarzen, thermisch ondergoed, een gps-unit, een klettervest, stijgijzers, een klimgordel, dertig meter touw, een helm, communicatiemiddelen, een mijnlamp, een opvouwbare kajak en diverse noodrantsoenen. Pas toen voelde ik mij voldoende toegerust om het wekelijkse borreltje bij de kunstenaarssociëteit op het Rokin te gaan pakken.
Het lijkt me trouwens verstandig om aan de rand van het Vondelpark mijn eerste basiskamp in te richten. Daarna zal ik zijn overgeleverd aan de ruige elementen van de stadswoestijn.
Ik heb nog even overwogen wat sherpa’s en enkele yakdrijvers mee te nemen, maar eigenlijk wil ik die niet blootstellen aan de onmetelijke risico’s van deze tocht. Ik sta er dus geheel alleen voor.
Ik zal wel zien hoe ver ik kom. In elk geval heb ik de thuisblijvers beloofd om eventjes vanaf de sociëteit te bellen of ik veilig ben gearriveerd.
Trouwens, nu ik erover nadenk liggen hier natuurlijk ook wel weer nieuwe kansen voor Amsterdam! Nog een paar ingrijpende megaprojekten erbij en onze stad is het nieuwe Mekka van de survivaltocht- en outdoorsportliefhebber! Dan kunnen ze het daar in Tibet straks verder wel schudden met hun toerisme en ligt de Himalaya er verlaten bij!
Moeilijk he? Taal…