Burgemeester Halsema pakt terecht door op het lachgasdossier. Daar is alle reden voor. Het gebruik is geëxplodeerd, het zorgt voor overlast en afval, het levert schade op aan de gezondheid (wat de kosten van onze zorg nog verder opdrijft) en er zijn volgens analyses van de politie al bijna 1000 verkeersongelukken gebeurd waarbij lachgas in het spel was. Toch vinden D66, SP en GroenLinks het een slecht idee om het gebruik van lachgas zo veel mogelijk tegen te gaan. “Je kunt ook alcohol kopen op festivals. Waarom zouden we lachgas, waarvan het gebruik niet verboden is, dan wel verbieden?” vraagt GroenLinks-raadslid Zeeger Ernsting zich af (Parool, 5-9-2019). Deze houding past perfect bij de opvatting die ook zichtbaar is bij drugs als xtc en wiet: “laat mensen vrij, legaliseren verkleint de problemen”.
Handel vol
De drie partijen die pleiten voor het vrijgeven van lachgas op festivals zien over het hoofd dat de rechterlijke macht, de zorg, de politie en ons onderwijs de handen vol hebben aan het managen van de handel in, en het gebruik en de gevolgen van al die andere drugs – waarvan alcohol er slechts één is. De voorstanders van vrij lachgasgebruik willen hier dus nog een nieuw maatschappelijk probleem aan toevoegen. Ze zijn blijkbaar vergeten hoe deze stad in de jaren zeventig worstelde met heroïne. En begrijpen blijkbaar niet dat het best lastig is als je zoon van 13 op de SEH belandt met een overdosis shotjes. Of dat je twaalfjarige dochter – net als jijzelf, maar toen was je wellicht net iets ouder – dagelijks op het schoolplein een joint rookt. Natuurlijk, is allemaal zogenaamd ‘privé’, maar vinden SP, D66 en GroenLinks het ook prima als straks (behalve taxichauffeurs) ook onderwijzers, chirurgen en piloten aan het lachgas of de xtc zitten?
Stevige belangen
Tromp en Tops hadden misschien toch gelijk toen ze in ‘De achterkant van Amsterdam’ suggereerden dat de drugseconomie van vrije én verboden middelen al dieper tot in de Stopera is doorgedrongen dan we denken. In hun rapport, waarvan de strekking door Follow The Money opvallend snel werd gebagatelliseerd, wezen ze op de ondermijnende krachten die via geld, intimidatie en geweld uitgeoefend worden op bestuurders, uitvoerende ambtenaren en journalisten. De opsomming van deze drie groepen is treffend als je naar de lachgasdiscussie kijkt.
Het verzet van SP, D66 en GroenLinks tegen het lachgasverbod wekt de indruk dat er stevige belangen in het spel zijn. Gaat het om geld, afkomstig uit de drugsindustrie, de horeca of de festivalbusiness – de plek waar je ongestoord kunt handelen en gebruiken? Of speelt in de Stopera het eigenbelang als gebruiker een rol?
Mis ik een alinea?