Onze burgemeester ligt overhoop met haar handhavers. Of liever gezegd, zij met haar. Zij voelen zich in Amsterdam niet zo veilig. Ze worden ingezet op plekken waar veel agressie is, krijgen te weinig backup van de politie en willen eigenlijk graag worden uitgerust met geweldsmiddelen als handboeien, pepperspray en een wapenstok. Halsema wil op haar beurt niet verder gaan dan het uitrusten met bodycams en het uitbreiden van de politiesteun. En dat terwijl de oplossing veel dichterbij ligt: Haal die mensen daar weg!
Ooit was handhaving het exclusieve domein van de politie. Voor zaken die te ver af stonden van het dagelijkse politiewerk waren er BOA's, zoals jachtopzichters, visserijcontroleurs, leerplichtambtenaren en milieuspecialisten. Toen het drukker werd in de binnensteden en het aantal agenten minder werd, zetten overheden op basis van het omgevingsrecht BOA's in voor overlastbestrijding in het publieke domein.
Foute ontwikkeling
De echte klappers vielen echter met de komst van de Nationale Politie. Burgemeesters kregen een stuk minder te zeggen over de formatie en inzet van de politie in hun gemeente en bovendien had iemand achter een beeldscherm in Den Haag voor Amsterdam bedacht dat de statistieken het wel rechtvaardigden om een paar honderd agenten in te leveren. Onze toenmalige burgervader vond dat niet fijn, hij had immers te maken met een heel andere realiteit. En dus moest het dreigende tekort aan ordehandhavers worden opgevangen met een flinke groei van de Dienst Toezicht en Handhaving. Een logische beslissing, maar wel een foute ontwikkeling dus.
Handhavers worden vaak en graag in één adem genoemd met stadswachten, melkerteers, nepagenten, parkeerwachters en beveiligers, waarbij de cognitieve vermogens van de minst ontwikkelde categorie als norm wordt gesteld. Dat is op zich onterecht. De opleiding tot handhaver is qua niveau vergelijkbaar met die van de politie, maar wel toegespitst op een beperktere taakstelling en daardoor niet altijd toereikend in de soms krankzinnige chaos waarin ze moeten opereren. Samen met beperktere bevoegdheden en een gebrek aan faciliteiten maakt dit dat echt doorpakken op straat maar al te vaak alsnog leidt tot inzet van de politie.
Lapmiddel
En dan heb je ineens een rare situatie: handhavers die de politie moesten ontlasten door in de binnenstad toezichtstaken van hen over te nemen, raken op straat kennelijk zo in het nauw dat de burgemeester extra politie (zo'n 70 man/vrouw die elders in de stad kennelijk niet zo hard nodig zijn) moet vrijmaken om diezelfde handhavers bij te staan. Kortom, dit is geen oplossing voor een tekort aan dienders, maar een lapmiddel dat bepaald niet oplevert wat het zou moeten opleveren.
Ondertussen heeft Burgemeester Halsema een deal met Den Haag gesloten om 170 agenten, die nu voor arrestantenbewaking worden ingezet, vrij te maken voor straatwerk door arrestanten voortaan onder te brengen in het Justitieel Complex Schiphol. Of dit aantal voldoende is om het veiligheidsvraagstuk in de Amsterdamse binnenstad op te lossen is nog maar de vraag, de Amsterdamse korpsleiding noemde zelf een uitbreiding van 500 agenten als strikt noodzakelijk. Mij zou het logisch lijken om te beginnen met het herplaatsen van handhavers naar plaatsen in de stad waar ze niet bij elke klus hoeven na te denken over hun eigen veiligheid. Die extra agenten kunnen dan mooi worden ingezet in de binnenstad, dat scheelt een hoop zorgen over samenwerking, wapentuig, veiligheid, onderlinge communicatie en verschillen in uniform of opleiding. Of ben ik nu te simpel?
Reageer op "De handhaver als lapmiddel"