Een toelichting bij een artikel in het Parool van maandag 14 november 2017
Een onverwacht aspect van het nieuwe verkiezingsstelsel voor de stadsdelen: het benadeelt sommige partijen. De opzet van de wethouder was dat alleen buurtvertegenwoordigers op persoonlijke titel zouden meedingen. De raad nam echter in februari een toevoeging aan: ook de politieke partijen mochten meedoen.
Met de toevoeging werkt het stelsel als een districtenstelsel. Dat wil zeggen: er is nu een drempel voor kleine partijen (zoals cda of piraten). Eveneens voor buurtpartijen.
In het oude stelsel leverde 7 procent een zekere zetel op. Het nieuwe stelsel vereist 25% van de stemmen voor een zekere zetel (er zijn immers vier zetels te verdelen voor die buurt).
Ook het minimum percentage om mee te mogen dingen naar restzetels is gestegen, zij het minder: van 3,3 naar 6,25%.
Verwacht moet worden dat bijna alle zetels in de buurten naar vijf gevestigde partijen zullen gaan: VVD, Democraten, PvdA, GroenLinks en SP. Als de uitslag van vier jaar terug opnieuw berekend wordt, maar dan met de nieuwe regels, dus per district, dan zouden de buurtpartijen en kleine partijen als CDA en Piraten tezamen naar schatting zes zetels halen. De echte uitslag was in 2014 echter 16 zetels voor de minipatijtjes (van CDA tot en met de Partij voor de Ouderen).
Anders tellen
Hoe is dat mogelijk? Waarom halen partijen als Partij voor de Vrije Amsterdammer en CDA ineens geen zetels meer als er anders wordt geteld? Als je optelt per district in plaats van voor het hele stadsdeel tegelijk, wordt de concurrentie verscherpt.
Telkens wordt maar om vier zetels wordt gestreden. Vier partijen gaan er mee weg, de kleintjes hebben niets. En dan in het volgende district: hetzelfde . De mini-partijen worden dus in iedere buurt verslagen.
De Amsterdamse politicoloog Philip van Praag heeft op verzoek gekeken naar het nieuwe kiesstelsel voor de wijken, evenals Henk van der Kolk, de specialist lokale kiesstelsels van de Universiteit Twente.
Districtenstelsel altijd gunstig voor grote partijen
Inderdaad, dit is een districtenstelsel, en zo’n stelsel is altijd gunstig voor grote en ongunstig voor kleine partijen tenzij die in het bijzonder in een bepaald district zijn gevestigd.
Philip van Praag: "Het is een gematigd districtenstelsel. Dat kleine partijen minstens 6,25 procent moeten halen om mee te dingen naar een zetel is overigens niet onredelijk. Dit is eigenlijk een experiment met een stelsel dat sommige partijen tien jaar terug landelijk hadden willen invoeren."
Landelijke partijen domineren
Henk Van der Horst: "Er kunnen redenen zijn om gebruik te maken van kiesdistricten, bijvoorbeeld als je de kans wilt vergroten dat vertegenwoordigers zich sterk met zo’n gebied verbonden voelen. Maar als landelijke partijen die stadsdeelverkiezingen domineren, en dat zal wel gebeuren omdat de deelraadsverkiezingen samenvallen met die voor de gemeenteraad en omdat die verkiezingen worden gedomineerd door landelijke trends, denk ik niet dat dat gaat lukken. In dat geval blijft toch vooral de partij de centrale speler. Ik snap ook niet helemaal hoe dit voorstel juist kleine buurtgebonden partijen zou kunnen helpen een zetel te krijgen. Integendeel, die kans wordt alleen maar kleiner. "
Als de kiezers in maart ongeveer stemmen zoals we gewend zijn de afgelopen tijden, wat is er dan te verwachten?
Ga de stad rond, dan blijven er maar een paar kleintjes over: in Oost Meerbelangen, dat in de Watergraafsmeer een zetel haalt. In Noord de Partij van de Ouderen, die in Banne Buiksloot en Oostzanerwerf genoeg aanhang heeft om vierde te worden. In Zuid zijn er meer kansen , omdat daar drie extra zetels worden verdeeld.
Maar In Zuid-Oost haalt vermoedelijk hooguit een van de minipartijen een stoel, als de uitslag van 2014 wordt opgeteld met de regels van 2018. West: Piratenpartij haalt het niet. Nieuw west: drie partijtjes geen zetel, alleen Multicultureel plus wel, in Geuzenveld.
Het wordt heel lastig voor de kleintjes
Het is slechts een berekening. Maar het wordt wel heel lastig voor de kleintjes. Een buurtpartij moet in maart twee van de vijf gevestigde partijen rechtstreeks verslaan in eigen buurt. Dat wordt een toer, zeker voor buurtpartijen die nu beginnen als nieuweling op de kiezersmarkt. Voor kleine partijen zonder buurtbinding zoals Piraten of CDA is het nieuwe stelsel een onmogelijke opgave: zij gaan waarschijnlijk geen zetels halen.
Ik (en vermoed velen met mij?) erger mij er al jaren aan dat het stembiljet tegenwoordig het formaat van een dubbele krantenpagina van vóór het tabloidformaat heeft aangenomen. Teveel ''lijsten'' die alleen als roeptoeter voor 1 ambitieus individu moeten dienen. De weinig politiek geïnteresseerde kiezer vermijdt al die keuzestress en blijft weg.