Ik werk niet bij de stadsreiniging, maar ik denk wel eens: als ik dat wel deed dan zou ik toch onmiddellijk zelfmoordneigingen krijgen. Want wat een verschrikkelijke rotzooi maken de Amsterdammers toch van hun stad.
Bij mij in de buurt hebben we een prachtig systeem met ondergrondse containers. Om de haverklap denk ik, goh die bak zal wel vol zitten. Want dan ligt er een hele berg vuilniszakken naast. Maar als ik dan mijn vuilniszak in de container gooi, blijkt hij behoorlijk leeg te zijn. Maandag is bij ons grof vuil ophaal dag. De ophalers komen meestal in de ochtend. Maar in de middag staan er alweer bankstellen, stoelen en koelkasten bij de containers.
Tweede Kerstdag viel op een maandag. Maar er stond al grofvuil klaar vanaf zaterdag voor de ophaaldienst, die niet komt op tweede kerstdag. Dan heb ik het niet over al de blikjes, zakjes, pizzadozen hamburgerdoosjes en wat voor zwerfafval er nog meer op straat ligt.
Wat ik ook veel zie liggen zijn van die lege patronen voor de slagroomspuit waarmee ze lachgas inademen. Daar schijn je erg vrolijk van te worden. Aan de aantallen van die patronen die op straat liggen zou je denken dat alle inwoners van Amsterdam de hele dag dubbel liggen van het lachen. Maar niets is minder waar. Ik ben zelf al niet zo vrolijk, maar als ik af en toe zo om me heen kijk dan ben ik echt een van de vrolijkste mensen die ik ken.
Laatst ging ik mijn vuilniszak weggooien in die container. Er kwam een vrouw naar me toe en die vroeg: heeft u brood in die vuilniszak? ik zei: ja dat zit er in. Waarop ze vroeg: mag ik dat hebben voor de eendjes?
Ik zei nee, want dat is helemaal niet goed voor de eendjes. Die beesten gaan jaren eerder dood van al dat brood. En daarbij, als u even op die gigantische borden wilt kijken die daar staan, waarop toch duidelijk staat, gooi hier geen etenswaren neer want er zitten hier ratten. En ratten zitten er. Ik zie ze 's avonds zo groot als konijnen langs de gracht hollen.
Maar het brood is niet voor de ratten, zei het vrouwtje stellig, ik gooi het hier neer voor de eendjes. O ja, vertelt u ze dat dan? vroeg ik terwijl ik mijn vuilniszak met brood en al in de container gooide. Het vrouwtje liep verdrietig weg. Ik liep ook snel weg want ratten zijn niet mijn vrienden. Maar het zou zo simpel zijn als iedereen zijn troep op de aangegeven tijden buiten zou zetten. Al die zakken in de container en al die zakjes en blikjes in de vuilnisbak zou gooien.
Maar ja, deze column zal ook niet helpen. Dus ik wens de mensen van de stadsreiniging veel succes en sterkte in het nieuwe jaar. Ik heb er bewondering voor wat ze doen. Ik zou het niet kunnen.
Een reactie op "Leve de stadsreiniging"