Aan het Rokin staat op nummer 112 een imposant 19e eeuws gebouw, in de bocht waar het water ophoudt en het gedempte Rokin begint op de hoek met het Spui. Het is de huisvesting van de oudste onafhankelijke vereniging van kunstenaars in Nederland, die werd opgericht in 1839 tijdens een bijeenkomst in de dierentuin Natura Artis Magistra (de natuur is de leermeesteres van de kunst), toen ''Artis'' aan de Plantage Kerklaan nog maar net een jaar bestond.
Arti et Amicitiae (voor kunst en vriendschap) staat te boek als een besloten sociëteit en het gebouw heeft een voorname uitstraling. Maar laat je daardoor niet misleiden, het is minstens even toegankelijk als de Amsterdamse musea en de sfeer is er heel gastvrij – je kunt er iedere doordeweekse middag gewoon het sociëteitsvertrek binnenstappen en even het stadsgewoel achter glas aan je laten voorbijtrekken, gezeten op een stoel of bank van Berlage. Zonder koordjes of bordjes 'geen zitplaats' of strenger nog 'verboden hierop plaats te nemen'. Bestel een kop koffie of thee met gebak voor een bescheiden prijs en dompel je even onder in de 19e eeuwse sfeer.
Weduwen en wezen
''Arti'' was eigenlijk zijn tijd vooruit. Eigenlijk teruggrijpend op de oude gilden een doorontwikkeling richting vakbonden avant la lettre. Eén van de eerste dingen die de vereniging deed was namelijk de oprichting van het Weduwen en Wezen Fonds, dat tot op de huidige dag nog voortbestaat. Een belangrijke stap naar wat zekerheid voor de kunstenaars met hun sterk wisselende verdiensten, in een tijd toen er nog geen sociale voorzieningen bestonden.
De leden van de vereniging (achthonderd in 2016) krijgen jaarlijks gelegenheid hun nieuwste werk te exposeren in de drie zalen op de bovenverdieping. Daar maken ze telkens een feest van, zo tegen kerstmis, afgelopen vrijdagavond hing elke vierkante centimeter op de wanden weer vol met vers werk uit 2016. Als introducee (een lid mag voor ieder evenement maximaal drie anderen uitnodigen) was ik op de vernissage. De doelstelling van de vereniging ruim anderhalve eeuw geleden: ''bevordering van kunst, sociale verbanden, vriendschap en vrolijkheid'' – en daaraan blijkt nog niets veranderd.
Het werk van de leden toont een staalkaart van uiteenlopende stijlen en de eigen invulling daarvan. De ''Salon'' geeft dus telkens weer een ijkpunt van wat er leeft onder de kunstbeoefenaren van Amsterdam en daarbuiten. De makers waren vaak in de buurt van hun werk en stelden er veel belang in te horen wat ze bij de toeschouwer teweeg brengen.
Gaat het zien
Het grote publiek kan het ook allemaal gaan zien, voor een bescheiden 3 euro p.p., van 27 december t/m 30 december en van 2 januari t/m 15 januari, op maandag t/m vrijdag tussen 12 en 18 uur.
Wat u mist, want dat was alleen voor het openingsfeest, is de uitstekende plate-service, prachtige liederen uit de jaren 1928-1933 door een hoge mannenstem in travestie, en een denderende D.J. tot in de late uurtjes – maar toen was ik alweer de regen in met Bertold Brecht, Kurt Weil en Zarah Leander nog naklinkend in mijn oren.
''...Und ein Schiff mit acht Segeln, und fünfzig Kanonen, wird liegen am Kai...''
Seeräuber Jenny
''...Der Wind hat mir ein Lied erzählt, von einem Glück unsagbar schön...
Er weiss was meinem Herzen fehlt, für wen es schlägt und glüht...''
La Habanera
''...Und der Haifisch, der hat Zähne, und die tragt er im Gesicht...
Und Macheath der hat sein Messer, doch das Messer sieht man nicht...''
Mackie Messer.
John Zwart – 24.12.2016 voor Amsterdam Centraal
Uit de eerste geschiedenis van Arti:
Toen Arti et Amicitiae in 1839 eenmaal bestond kwamen de leden daarna vaker bijeen in De Karseboom aan de Kalverstraat waar ook exposities werden gehouden. Maar al gauw groeide natuurlijk de behoefte aan een zelfstandig gebouw met een eigen sociëteit. Wie denkt dat alles in de 19e eeuw gezapig en langzaam ging: nou zeker niet in Amsterdam! Al in 1840 brachten enkele vooraanstaande leden de gelden bijeen om op een veiling het 18e eeuwse Grand Salon Dupont aan het Rokin te kopen. En nauwelijks zeven jaar later kochten ze het naastgelegen logement Het Wapen van Utrecht, op de hoek van het Spui.
Leden-architecten M.G. Tetar van Elven en J.H.Leliman zetten zich in 1855 aan het grote verbouwingsplan dat in 1856 werd voltooid tot het huidige aanzicht van Rokin 112 als één geheel: een brede in lichte tint gestuukte gevel, met in het midden een centrale ingang ter weerszijden geflankeerd door drie hoge ramen. De blik omhoog toont vier manshoge bronzen beelden die de muzen voorstellen. Het huidig interieur is minstens 100 jaar oud, plafondbetimmeringen, lambriseringen en de meubels zijn ontworpen door J.P. Berlage. De oorspronkelijke grenenhouten sculpturen van de Grand Salon Dupont zijn gerestaureerd, twee ervan complimenteren nu het voorname sociëteitsinterieur.
Geelvinck Hinlopen, Six, het Huis met de Hoofden, de Rode Hoed waarvan vele niet weten dat het een schuilkerk was en Felix Meritis wat boven prachtige zalen heeft. En niet te vergeten de ambtswoning waar ik ook kwam als ik er niet moest zijn, koffie drinken en beppen met de bode (Elly) Ik kan wel zeggen dat ik bevoorrecht was, want ook in veel panden geweest waarvan de deuren voor het publiek gesloten blijven.