Serieuze gezichten. Een sacrale stilte. Peinzende blikken. Starende ogen. Open monden. Bewondering. Verafgoding.
De mensen waren duidelijk geïmponeerd. Dit was het dus. Dit stelde echt iets voor. Zoiets had toch in de krant gestaan. In een slechts geschreven en ontoegankelijke recensie weliswaar, maar toch. Dus het zou wel echt heel goed zijn.
Of niet soms?
Verbazing.
Vanmiddag bezocht ik de tentoonstelling “Opwinding” in het stedelijk Museum te Amsterdam.
Ik was verbijsterd. Wat een lelijke, smakeloze tentoonstelling. Een hoop rotzooi. Afval. Kladschilders. Video-amateurs. Hobbieklussers.
Aangekocht door Nederlandse musea.
Nou, dat kan zo door naar de vuilnisbelt.
Niks moois. Niks smaakvols. Niks Inspirerend. Niks waar levenslust uit spreekt.
Als dit tekenend is voor onze cultuur, dan zijn we ten dode opgeschreven.
Die tentoonstelling is heel toepasselijk in de kelder.
Onder water zetten is de beste oplossing.
Deze belediging van de goede smaak is samengesteld door de opperpriester van de moderne kunst, de door zijn volgelingen en de kunstenaars die hij schaamteloos promoot geliefde, immer wartaal uitslaande non valeur Rudi Fuchs.
Die vorig jaar verreweg de slechtste Art Zuid ooit samenstelde.
Hoe kan het dat hij alle kunstbobo’s zo lang voor het lapje heeft weten te houden?
Daarin schuilt waarschijnlijk zijn enige talent.
Voor wie zelf een oordeel wil vellen: Opwinding is t/m 2 oktober te zien in het Stedelijk.
Promotievideo van het Stedelijk Museum:
Reageer op "Opwinding in het Stedelijk Museum"