We zijn op dit blog niet altijd even aardig geweest tegenover onze grote musea, en in het bijzonder ons aller ''Rijks''. Zelf was ik niet vriendelijk over -nog even- directeur Wim Pijbes, ook al verpakte ik dat in een sneer naar Gerard Driehuis. Hoog tijd voor wat positieve geluiden!
Want aan al die omhoog geheven mobieltjes die zo nodig de topstukken privé moeten vereeuwigen – of erger nog: selfies ervóór op hun smoelenboek moeten opleveren – daar kunnen museumbazen toch niets tegen doen. De tijd dat de barse blik van 'n suppoost, wijzend op het bordje: fotograferen verboden, genoeg was om camera's beschaamd in de handtas te laten verdwijnen is allang voorbij.
De wachtrijen voor de incheckbalie zijn voor museumkaart houders inmmiddels te vermijden. Toen ik een informatiedame aansprak over mijn schrik voor de dubbele rij paaltjes en geleidingskoorden, vertelde ze mij stralend dat begunstigers en andere kaarthouders zó de Philipsvleugel binnen kunnen. Alleen het pasje gereedhouden en laten scannen. Wie nog niet ging beveel ik van harte aan: bezoek toch nog de expositie Meisje in Kimono van George Hendrik Breitner (1857-1923).
Niet de eerste kunstenaar van buiten de stad die zich echt ontplooide in Amsterdam. Was het in de 17e eeuw de Leidenaar Rembrandt van Rijn die hier zijn faam verwierf, de 19e eeuwer Breitner kwam uit... Rotterdam, maar is bekend geworden door zijn prachtige impressionistische werk dat het Amsterdamse straatleven tot onderwerp heeft. Hij behoorde tot de allereersten in zijn tijd die met een fotocamera door de stad zwierven om de taferelen vast te leggen die hij later uitwerkte tot schilderijen. in zijn atelier. https://www.youtube.com/watch?v=-DIlKMC0qUg
Maar het waren niet alleen grachten, markten en sleperspaarden die hem inspireerden. Een ander aspect van zijn kunstenaarschap was zijn vaardigheid in het maken van bijzondere portretten. Voor mij een reden te meer om Meisje in Kimono te bezoeken. Japanse prenten waren populair aan het begin van de 20e eeuw, meerdere schilders van Arti et Amacitiae kwamen in de ban ervan, zo ook Breitner.
Lezers die mij beter kennen weten dat mijn oorsprong 'over het ij' ligt. Misschien droeg dat bij tot mijn enthousiasme over deze expositie, want voor elk meisje in kimono zat, lag en stond één en hetzelfde meisje model. Een simpel heel jong meisje uit Zaandam, (Geziena) Geesje Kwak, dochter uit een groot gezin van een arme visserman. Het zal om den brode zijn geweest dat vader Kwak het toestond dat zijn zestienjarige dochter hele dagen in het schildersatelier doorbracht in de jaren 1893-94.
Een jaar later, achttien jaar oud, vertrok zij met een zusje naar Zuid-Afrika voor een nieuw leven, waar zij al in 1899 als een van de vele naamloze landverhuizers aan tuberculose overleed. Het is fascinerend dat dit meisje door Breitners kunstenaarschap in onze tijd door honderdduizenden wordt gezien en bewonderd. Ga kijken, het kan nog juist, t/m dit weekeinde 22 mei.
Het focus op Guusje is afgesloten. Nu komen er twee Rembrandts uit het Louvre naar het Rijks.
Vanaf 2 juli kunnen we Marten & Oopjen in de Nachtwachtzaal bewonderen. Die eerste dag van negen tot negen met kosteloos toegang. Een knieval voor de burger die meehielp de 80 miljoen uit het cultuurbudget bijeen te brengen voor de halve aankoopprijs. Twee mensen in zwarte ! bruiloftskleding magnifiek vereeuwigd door Rembrandt. De welgedane onderkin van Marten en de kromme neus van Oopjen, alles levensecht.
Guusje in rode kimono maakte me blij, voor Oopjen sta ik niet in de rij. Toch gun ik de nieuwe Rijksmuseumdirecteur een stormloop op de gratis openingsdag.