Ik was een tijdje geleden uitgenodigd om mee te doen aan “Herinnering verlicht”, een avondherdenking voor nabestaanden. Dit is een jaarlijks terugkerend evenement op de Oosterbegraafplaats. Dit jaar was het op woensdag 28 oktober. Ik was uitgenodigd door Jos van Hest, de man die erg veel doet voor de poëzie, waaronder al vele jaren elke maand een poëzie middag in OBA aan de Oosterdokskade. De bedoeling was dat ik die avond samen met 32 andere dichters gewapend met een witte paraplu over de begraafplaats zou lopen en aan de mensen die daar zin of behoefte aan hadden ons zelf geschreven gedicht voor zouden dragen.
Ik heb niets met geloof en ik geloof ook niet dat de mens op een of andere manier voortleeft na de dood. Behalve dan in mijn of andere mensen hun hart of hoofd. Maar op de begraafplaats aangekomen gebeurde er toch iets mystieks met me, al was het alleen maar door de prachtige verlichting, de vuren, de lantaarns die her en der in het donker over de begraafplaats waren verspreid. Er speelden mensen piano tussen de graven. Er was een band die zigeunermuziek speelde. Er waren mensen die liederen zongen. En wij dan 32 dichters met een witte paraplu en een gedicht op een kaart die we aan de mensen mee mochten geven.
Maar het belangrijkste er waren duizenden mensen die bij de graven van hun dierbaren waren. Ik heb het gedicht tientallen keren voorgedragen die avond en aan telkens weer nieuwe mensen. Het was een bijzondere ontroerende ervaring. Ik beschouw het als een eer dat ik er aan deel mocht nemen. Ik wil Jos van Hest en al de mensen van de Oosterbegraafplaats erg bedanken voor al het werk dat zij gedaan hebben. Natuurlijk wil ik ze ook bedanken dat ik mee mocht doen.
Als u er dit jaar niet bent geweest schrijf het in uw agenda voor volgend jaar. Een prachtige belevenis die mij nog lang zal heugen. Hieronder mijn gedicht dat ik mocht voordragen.
Ik zou
Ik zou mijn handen op je oren willen leggen
Als een schelp, zodat je mijn stem weer hoort
Ik zou je ogen willen bedekken
Zodat het duister niet je oog verstoort
Ik zou je vast moeten houden
Zolang, zolang als nodig is
Ik zou je tranen willen proeven
Je lippen kussen, je dragen als een kind
Ik zou je hart nog moeten horen
Je lach, je stem, je voetstap op de trap
Ik zou je lichaam willen zien
Alsof je niet weg bent, maar
En ja, zo is het.
Het verlangen blijft.
Fijn dat ik je ken.
Groet van Jan