Hoewel ik mijn eerste Zaanse jeugdjaren allang ontgroeid ben, merk ik dat ik Amsterdam nog steeds ervaar als 'van over het IJ'. Het maakt niet uit of ik nu per auto kom, parkeer in Noord en naar de pontjes op de kop van de Buiksloterweg kuier – of dat ik de trein uitstap en me door de mensenstroom naar het Stationsplein laat voeren: de stad die mijn hart heeft verwelkomt mij als van over het IJ.
Eigenlijk is dit weekend eerst goed te merken dat het echte zomerseizoen van Amsterdam op volle toeren draait. Veel kleine flaneervaart en 'lekker druk' langs de boorden van het IJ en rond 't Centraal Station, dat toch eigenlijk de 'poort' is van de stad. Niet zo vaak mopperen hoor Walther Ploos van Amstel, als je verkiest te wonen bij de hoofdingang van het unieke stuk levende historie dat Amsterdam heet, dan moet je niet verstoord opkijken als er een enorm aantal passanten aan je voorbijtrekt.
Persoonlijk maakt de aanblik van golfjes, wapperende vlaggen van deinende bootjes me altijd opgewekt en dat ik daarmee de enige niet ben bewijzen de volle terrassen bij het Muziekgebouw en langs de Piet Heinkade. Waar je vroeger scheepsmasten en kranen zag zwaaien zijn de IJ-oevers nu volgebouwd met kolossale kubistische bouwsels die zeker de eeuwigheid niet verdienen. Daar kun je over treuren, roepen dat de stad zich sinds de 19e eeuw steeds verder van het grote water heeft afgewend, maar de waterkant áchter al die nieuwe bouwsels biedt wel nieuwe kansen.
NDSM-gebied
Hoe er daarvan intensief gebruik wordt gemaakt zie je momenteel het best in Noord. Dat besefte ik toen ik zaterdag te gast was bij Greenpeace Nederland. Als je een paar maanden niet over het NDSM gebied rondliep word je telkens weer verbaasd over wat er daar 'aan de overkant' allemaal tot stand wordt gebracht! Was het eerst wat marginale activiteit in oude loodsen die opstartte in de setting rond een roestig afgedankt lichtschip en een graffiti-bedekte gammele onderzeeboot, de opgelegde oude 'Sirius' en de ook al buiten gebruik gestelde 'Pollux', waarop vroeger jongens knopen leerden steken om volmatroos te worden – Een 'rafelrand' gebied voor hippies en onaangepasten – nu is daar een stuk van Stadsdeel Noord aan het groeien dat toenemend begint te schitteren door een mix van springlevende nijverheid, culturele activiteiten en recreatieve aantrekkelijkheden.
Aan de vooravond van het Over het IJ Festival, dat op 2 juli te beginnen staat, organiseert Greenpeace haar twee jaarlijkse Open Dagen. En opeens kun je tussen de GVB pontjes en de Pannenkoekenboot hun razend snelle Zodiacs de IJ-golven zien klieven – alsof ze een illegale visser of vervuiler moeten achterhalen. Geen live actie, maar begunstigers en donateurs mogen zo eventjes dat gevoel ervaren.
Skelet
Het 'kantoor' van Greenpeace is de oude smederij van de werf, inwendig vormt de zware oude loopkraan-baan het geïntegreerde skelet, 'n overal zichtbaar toonvoorbeeld van functioneel hergebruik. Maar verder ook uitgerust met veel hout, Europees zowel als tropisch hardhout – naar het schijnt. De werkelijkheid is dat het plaatmateriaal bestaat uit versnipperde afgedankte pallets, en wat er uitziet als 'hardhout' is een bamboeprodukt. Sterk en duurzaam door dit snelgroeiende en vrijwel onuitputtelijk beschikbare materiaal.
Argus
In het gloednieuwe jachthavencomplex Amsterdam Marina liggen niet alleen dure jachten, ook het kleinste en lichtste zeewaardige actieschip van Greenpeace, de aluminium 'Argus' – helaas niet geschikt voor bezichtiging. Aan de NDSM pier ligt sinds een paar jaar het oude zendschip 'Veronica' met een waterterras langszij, een uitbreiding op de 'boulevardzitjes' van de IJ-Kantine – het Amstel Botel prijkt sinds kort met zijn naam in enorme 'opgeblazen' oranje letters op het hoogste dek. Een opzichtige reclame? Ja en nee: elke letter, groot als een flinke kampeerbus, is ingericht als een hotelkamer voor wie eens wat origineels wil. Alweer een bijzonderheid naast de exclusieve hotelkamers die bovenin de oude hellingkraan zijn gebouwd. Er tussenin vinden we Pllek, waar je bij goed weer in informele sfeer in het zand kunt zitten terwijl zich het wijde panorama over het IJ je voor de ogen ontrolt.
Gebronsde dij
Een stuk oever tot aan het voormalig Shellterrein moet nog aangepakt worden, het laatste stuk tot Eye nu al een prachtige boulevard met zicht op de binnenstad. ''Het leven wordt steeds beter in Noord'', bedenk ik, lopend langs het terras van de IJ-Kantine. Een trendy geklede jonge man, ray-ban zonnebril op, zit naast een jonge vrouw van het type begeerlijk maar onbereikbaar. Haar hoofd rust achterover tegen de rugleuning, de ogen gesloten. Zijn hand rust op haar gebronsde dij: ''die dij is van mij''.
twee reacties op "Over het IJ"
Ik heb geleerd dat het soms beter is ergens in te berusten (los van situaties van vermijdbare overlast uiteraard) ipv almaar NAMD "not at my doorstep" te blijven roepen. Victoria Hotel cs betekenen veel voor Amsterdam!