Soms ben ik jaloers op Ronny Naftaniel. Die twijfelt nooit, hij begrijpt Israël helemaal en wat de regering daar doet is altijd de juiste keus. Ik twijfel voortdurend, want door steeds maar zwaarder in te zetten op militair geweld wordt het uitzicht op een vreedzame toekomst almaar verder achter de horizon gejaagd, zo lijkt mij. Er liepen zondag weer demonstranten door Amsterdam. Het liep hier en daar uit de hand.
Enkele jaren geleden bezocht ik de World Press Photo expositie in de Oude Kerk. Indrukwekkend, die beelden van de genomineerden en winnaars op zo'n enorm confronterend A1 formaat. De decembermaand van het voorgaande jaar was er juist een grondoffensief uitgevoerd door het Israëlische leger tegen de Gaza enclave. De luchtmacht vuurde vele fosfor brandbommen af op de veronderstelde doelen. Ik zag de contouren van Gaza-stad gehuld in nachtelijk duister, fel uitgelicht door een panorama van talloze branden.
Ik zag detailfoto's van kinderen, als geknakte ledepoppen vrijgemaakt tussen het puin. Ik zag een hartverscheurend beeld van een jongetje van tien, over bijna zijn hele lijf verbrand. My Lai revisited, dacht ik... Ja maar, een tienjarige stenengooier van vandaag kan over vijf jaar een aanslag plegen als zelfmoord-commando, nietwaar? Maar toch: het waren persfoto's die de Amerikanen en 'de wereld' opeens met andere ogen lieten kijken naar de oorlog in Viet Nam.
Hoeveel geweld mag men rechtvaardigen uit zelfbescherming? Het lijkt me de belangrijkste vraag die geen van de partijen graag hoort. Die foto's over het Palestijns-Israëlisch conflict zouden misschien tot inzicht kunnen leiden over de waanzin van de escalatie. Dan is misschien al dat verdriet, dat puin en die vernietiging toch zinvol geweest, zo hoopte ik toen. Want dood en verderf toegebracht met de zegen van de ene almachtige god, die door de ene gemeenschap anders genoemd wordt dan de andere, kan nooit onderlinge vrede brengen. Die god was niet wijs: hetzelfde land beloven aan twee groeperingen! Of was dat juist een test om te zien hoe ze dat onderling zullen regelen?
Ik hoopte op een Israël dat met andere ogen kijken zal naar het effect van het brandende Gaza, waardoor het nooit opnieuw branden zou.
Een nieuwe potentiële winnaar van World Press Photo sprak onlangs de woorden: ''Ik geloof niet dat er ooit één van mijn foto's is die de wereld zal veranderen''.
Het maakt me dubbel triest, als ik vandaag kijk naar de beelden van het brandende Gaza. Alweer!
Vanaf hun toeristenstrand in de zoele avondlucht kijken de Israëli's naar het schouwspel, alsof het feestelijk vuurwerk betreft, afgestoken ter ere van het seizoen.
''Ik vertrouw op onze luchtafweer en onze f16 piloten'', zegt een man.
''Ik geniet nu het kan, misschien word ik straks ook opgeroepen om daarheen te gaan, maar dat zien we morgen wel weer.''
Het gaat niet meer om de kidnapping en die paar moorden, zegt de Israëlische macht, het gaat om de tunnels.
Natuurlijk: die tunnels! Maar wie muren bouwt roept tunnels op.
De stand is nu 600-26, één op twintig is ongeveer de gemiddelde score in doden bij de krachtmetingen tussen Israël en Hamas. Een andere gruwelijke verhouding is drie tegenover één: het aantal onschuldige burgers, vrouwen en kinderen, tegenover gevallen militairen. Nog nergens evenwicht, en Gaza brandt, alweer.
Foto: Het Meer van Galilea in het Beloofde Land - Arnoud de Jong
Israël lijkt mij te laconiek over de enormiteit aan "collatoral danage".