Het was zaterdagmiddag in de volle zaak van de betere opticien. Ik moest even mijn nieuwe bril laten bijstellen. De heren in de zaak hebben persoonlijke service hoog in hun vaandel staan. En, daarom kom ik er graag terug. Voor mij was een nette, wat oudere, dame aan de beurt. Ze had een blonde jongen aan haar arm van een jaartje 16 of 17. Over haar twijfelde ik stiekem. Was het zijn moeder of was het toch zijn oma? Ze kwam vast en zeker uit het betere deel van de grachtengordel. Oud geld geeft niet uit.
De dame was in een uitgelaten stemming. De zonnebril van haar jongen was versleten. Er zaten krasjes op. "Die krasjes dat kan echt niet als je zeilt. Mijn jongen zeilt niet zo maar. Mijn jongen wedstrijdzeilt en wel op het hoogste niveau", verzekerde ze iedereen binnen gehoorsafstand. Maar, ik sluit niet uit dat iedereen op straat het nu ook wist.
Haar jongen moest toch echt een nieuwe zonnebril hebben voor zijn volgende zeilevenement. Dat moest een blauwe gepolariseerde zonnebril zijn. "Daarmee zou hij vast en zeker zijn volgende Europese Kampioenschap winnen" bralde ze de wachtende klanten in de winkel nog kortaf, maar luid en duidelijk, toe. Maar eerst moesten er toch echt nog heel veel monturen worden gepast; "Hij moet er goed uitzien op de foto’s". Ik knikte beleefd terug in de ijdele hoop dat ze snel een zonnebril koos.
Onze jonge zeiler bleef stoïcijns. Hij had dit vast wel vaker meegemaakt. Hij had maar oog voor één ding. Wat er ook gebeurt, ik ga met dat model Oakley, en natuurlijk die blauwe gepolariseerde glazen, naar huis. Nee, liever nog. Ik neem ook die andere RayBan bril nog even mee. Slimme jongen. Die komt er wel.
De wachtende klanten in de zaak keken geamuseerd naar onze lokale Hyacinth ‘Keeping up appearances' Bucket. De opticien voelde zich steeds meer als Richard Bucket, maar bleef toch vriendelijk lachen. Winkelen in Amsterdam is heerlijk. Dit maak je allemaal niet mee bij Bol.com, toch?
AT5 Nieuws
RTV Noord-Holland
Politie Amsterdam
Amsterdam.nl
RTV Amstelveen
Parool Nieuws Amsterdam
Van alle tijden: 'Elk meent zijn uil een valk te zijn' zeiden onze voorouders. Waarmee niets ten nadele van de (wijze) uil is gezegd.