Ongetwijfeld kent u de Hermitage aan de Amstel, het museum in Amsterdam dat vol staat met Russische kunstschatten. Een aantal jaren geleden lag mijn moeder in dat gebouw. Niet op de grond omdat zij was flauwgevallen bij het vernemen van de verzekerde waarde van de badjas van Tsaar Nicolaas II, maar omdat het gebouw toen nog een verpleeghuis annex revalidatiecentrum was. Maar personeel en patiënten moesten noodgedwongen verhuizen (de laatste inwoners vertrokken in 2007), want het gebouw was goeddeels opgetrokken uit inmiddels oud hout en was dus zeer brandgevaarlijk. Wat blijkbaar geen bedreiging is voor onbetaalbare kunstschatten.
Ernst van Veen, in 1999 directeur van De Nieuwe Kerk, had zijn zinnen gezet op de aankoop van het gebouw als dependance van de wereldberoemde Hermitage in Sint Petersburg. Het lukte hem niet het gebouw te kopen omdat dat indertijd niet paste in het bestemmingsplan van de stad. Daarom vroeg hij een goede vriend een goed woordje voor hem te doen. En wie zou Vladimir Poetin ooit iets weigeren?
President Medvedev opende samen met -toen nog koningin- Beatrix het gerestaureerde gebouw en inmiddels is het één van de grootste toeristische trekpleisters van Amsterdam. Gelukkig voor de liefhebbers zijn onder meer de regentenkamer en de historische keuken intact gelaten.
Poetin zelf onthulde enkele weken voor het aftreden van Beatrix samen met haar een plaquette met daarop een uitspraak van Peter de Grote: 'Als God mij tijd van leven geeft en gezondheid wordt Petersburg een tweede Amsterdam.'
Elke dag van 10 tot 5 kunt u het museum bezoeken aan de Amstel nummer 51.
Meer informatie: http://www.hermitage.nl
Ook het gigantische eerbetoon aan Tsaar Peter de Grote, dat in mijn ogen teveel eer voor de oude despoot was, heb ik bekeken. Bij alle pracht en praal herinnerde een klein schilderijtje aan het liquideren van zijn regiment van lijfwachten, dat tijdens zijn reizen door Europa de euvele moed had om tegen zijn absolute macht in opstand te komen. Als kind in Zaandam had ik vroeger het romantische beeld gekregen van de keizer van een ver land, die in mijn stad het gewone scheepstimmermansvak wou komen leren. Hij woonde in het Czaar Peterhuisje ( niet langer dan een week, begreep ik later, daarna bood de burgemeester van Amsterdam een onderkomen met meer privacy. )
De tentoonstelling was instructief: hij koos met zijn onuitputtelijke geldbronnen overal voor de medewerking van topmensen, zowel op kunst als op bouw- en krijgsgebied. En toen hij terugkwam liet hij zijn morrende militaire elite met de bijl onthoofden in een gezamenlijke voorstelling, waarbij hij met zijn getrainde armen zelf vrolijk bijlzwaaiend deelnam. Een echte ouderwetse dictator, geen wonder dat Poetin deze prerevolutie-held van Rusland bewondert.
Ik prijs me gelukkig, ik woon niet in Rusland, niet in het Rusland van toen en niet in het Rusland van nu.