Laatst bracht ik paaltjes ter sprake, zoals de ''Amsterdammertjes'', die ooit werden bedacht om asociaal parkeren onmogelijk te maken. Want u weet natuurlijk óók dat de doorsnee Amsterdamse automobilist (en echt niet de Amsterdammer alléén) de mening huldigt dat zijn auto met een alarmlicht-knop is uitgerust om iedereen duidelijk te maken: ''Ik weet dat ik hier niet parkeren mag en eigenlijk is het ook enorm hinderlijk, maar het is maar voor even'' – en vervolgens zet hij z'n auto half op de stoep.
De 'Amsterdammertjes' waren onverbiddelijk: ''Je krijgt hem er echt niet tussen, probeer het maar!'' Die dingen hebben de autoschade branche regelmatig van werk voorzien, want ook tot op de hoeken van parkeerhavens stonden ze en wie niet zo vaardig inparkeert, terwijl de fietsers links en rechts om je heen zwenken, liep al gauw een deuk of schram op.
Tot mijn grote verbazing en ergernis maakt dit afgeschafte strafwerktuig intussen juist een enorme opmars in de regio, overal buiten de stad. De afgelopen tien jaar ging het ene na het andere dorp met een smalle dorpsstraat vaardig aan de slag: men verwijderde stoepranden, de grens tussen het domein van de voetganger bleef slechts symbolisch: voor het rijverkeer en het voormalig trottoir maakte men verschil door het kiezen van klinkers van verschillende kleur.
Op de lijn van de verdwenen stoeprand plantte men paaltjes, als soldaten op ochtendappel in het gelid. Heel gemene paaltjes, gemaakt van gesmolten plastic troep uit de recycling – zien er uit als tropisch hardhout, maar zijn nog harder. Ze breken niet af door een autobumper, ze breken jouw autobumper! Waarom doen die dorpen toch iets waar men in de stad allang van afzag?
Ik ben erachter gekomen hoe het zit. Die wrede en gevaarlijke paalmania zie je alleen in de dorpen waar de doortocht zó al moeizaam is, om die reden werden het '30 km kernen', gelijk geschakeld met woonerven. Op de regionale politiebureaus regende het klachten dat daar te hard gereden werd, maar nooit kwam de politie om te handhaven. ''Er is te weinig capaciteit'', punt uit.
De dorpen moesten zelf maar iets doen om harder dan 30 door de kern te ontmoedigen. Als ze dat eerst hebben gedaan wil de politie misschien wel eens een dagje snelheid komen meten. Vandaar dus die wildgroei van schandpalen en op elke 50 meter drempels en asverschuiving, een feest voor buschauffeur.
Blijkbaar is Amsterdam bevoorrecht, de 'Amsterdammertjes' kunnen weg, tóch wordt tegen te snel rijden en asoparkeren gehandhaafd? In plaats van een te krap politiekorps voor een te groot gebied, zoals in de provincie, volop blauw op straat om het beest van het Amsterdamse verkeer te temmen?
Nou het zit anders, de stad beschikt namelijk over een zeer parate afsleepdienst. Foutparkeerders in uw straat, één telefoontje en binnen een paar minuten staan ze voor uw neus. Het geheim achter het efficiënte systeem is een kostendekkend middeltarief van 419 euro. Daar kan een dorpsagent met een bon van 50 euro natuurlijk niet tegen schrijven.
Asociaal die afsleeptarieven? Ach we missen tenminste die wouden van ijzeren paaltjes en het risico van zo'n 'schendpaal': want een klein geniepig deukje kost ook al gauw 400 euro.
Overigens verwacht ik dat die betonblokken wel blijvertjes zijn. Echt géén pan in je tuin...