Ooit meegedaan aan een wedstrijd traplopen? Ik niet. Zaterdag waagde ik een poging bij de Race To The Top van het Ramada Apollo Hotel aan het Rembrandtpark. Deze achttien verdiepingen tellende kolos is een echte eyecatcher aan de rand van het park waar ik zelf vaak hardloop. Voor Nieuw-West is dit nieuwe hotel bovendien een geweldige economische impuls, waar ik als deelraadslid heel blij van word. Vergeet ook het geweldige uitzicht vanuit de skylounge niet. Genoeg redenen dus om mee te doen.
Zaterdagmorgen verzamelde een veertigtal lopers zich onder het voormalige Elsevier-gebouw. Organisator en fitnesscoach Nicole van der Plas van loopclub Urbanics Amsterdam schudde iedereen wakker met een enthousiaste warming-up, waarna de lopers om de vijftien seconden één voor één werden weggeschoten. “Anders wordt het file in het trapgat”, aldus Nicole. Volgens haar stonden ons 2020 treden te wachten.
Verticaal hardlopen
Zelf was ik als negentiende aan de beurt. Een kort rondje op de binnenplaats en daarna dook ik het trapportaal in. Fanatiek rende ik met twee treden per pas naar boven. Al gauw haalde ik het meisje in dat dertig seconden voor me was gestart. Zij was al gaan wandelen, want de zwaartekracht had inmiddels zijn tol geëist. “Dat gaat mij niet gebeuren”, hoorde ik mezelf denken. Onzin, want een paar verdiepingen hoger was ook ik buiten adem in het bloedhete trapgat en veranderde rennen in het zetten van grote stappen.
Een traploopwedstrijd is niet te vergelijken met horizontaal hardlopen. De afstand mag dan wellicht niet zo enorm ver zijn, maar het is stukken zwaarder omdat je de strijd aangaat met de zwaartekracht. De Ramada-race vraagt om dosering: je moet namelijk drie keer omhoog en twee keer omlaag. Onderweg naar beneden kun je energie bijtanken voor de volgende ‘take-off’. Verder is het verstand op nul en knallen. Maar dus wel gedoseerd.
Drie keer Ramada Hotel beklimmen
Deze traploopwedstrijd is een vorm van urban running, waarbij je de obstakels van de stad gebruikt in je parcours. In een tv-reportage op AT5 zegt trendwatcher Adjiedj Bakas hierover:
“We leven in een beleveniseconomie. Deze vorm met obstakels nemen in je eigen stad, waar je je ook mee kan identificeren, dat zie je steeds meer opkomen. Het is typisch een stadsding en het past ook bij mensen die echt houden van hun stad, er een soort patriottistisch gevoel bij hebben. In steden als Amsterdam, New York en Berlijn hebben mensen dat.”
De uiteindelijke winnaar Huub van der Wart deed ruim tien minuten over het driemaal beklimmen van het Ramada Hotel, een geweldige prestatie. Zelf was ik na een kwartiertje boven, totaal buiten adem. Wel eens gehoord van het 1500-meterhoestje bij het langebaanschaatsen? Welnu, bij het schrijven van dit stukje zit ik een dag later nog steeds te hoesten. De spierpijn valt daarentegen mee. Ik denk er zelfs over om de volgende keer weer mee te doen, als Urbanics in september opnieuw een Race To The Top organiseert in het kader van 24 uur Nieuw-West. Tsjakka, the sky is the limit!
Toch heb ik mijn twijfel over dit soort trainingen, het is een aanslag op het hart als je met "ik zal me niet laten kennen" gedachten naar boven blijft stormen. Dat hart vraagt maximum zuurstof bij zulke topprestaties en daar voldoet de kwaliteit van de stadslucht bij lange na niet aan.
Als gewoonte de lift laten voor wat die is en t/m etage drie de trap in stevig tempo nemen lijkt me al een belangrijke bijdrage om fit te blijven.