Hans zit begin jaren zestig op de OHS, later HBS A, in de P.L. Takstraat. Hij leert Hanny Boot kennen, een prachtige meid uit een hogere klas. Later is ze zwanger en moeten ze trouwen.
Hij luistert naar andere muziek dan eerst, Bartok, Strawinsky, Mahler en Schönberg. En hij maakt kennis met Marx. Ook het lezen van echte literatuur gaat beginnen. Kafka en Kloos, de laatste met de zinsnede: ‘Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten en zit in ’t binnenst van mijzelf ten troon.’
Dat is taal die correspondeert met het losmakingsproces waar de jonge Hans Plomp middenin zit.
En hij schrijft zijn eerste gedichten, zoals veel middelbare scholieren. Alleen Hans Plomp zal ze zijn hele leven blijven schrijven.
Een kaakslag voor het calvinisme
O woekerwentelende worm van woede,
uit welke afgrond in mij
kom je omhoog?
Ik loog als ik zou schrijven
dat ik niet bang ben.
Maar wat kan ik doen?
Ik draag het model schoen
dat mijn moeder uitzoekt,
o rotschoen vervloekt.
Zoals mijn ouders me dromen
durf ik niet bij mijn meisje te komen
Johannes Calvijn
ik spring onder de trein
als je niet ophoudt mijn ouders
in jouw naam zo slecht te laten zijn
Oost Duitsland
In 1962 krijgen een aantal schoolkrantredacties een uitnodiging om een week naar Berlijn te gaan.
De muur was opgericht, de Koude Oorlog woedde in alle hevigheid en maar weinig ouders stonden te trappelen om hun kinderen te laten gaan. De schoolkrantredacteuren, waaronder Hans Plomp en Jan Donkers, vragen Gerard Reve om mee te gaan. Hij had een van de werken van Brecht vertaald en wilde die vertaling aanbieden aan Helena Weigel, de getormenteerde weduwe van Brecht.
Het gezelschap logeert in Schönefeld in West Berlijn. Hier worden ze getrakteerd op lezingen, die bedoeld lijken om journalisten op te leiden, maar die in feite een door de CIA gesponsorde campagne ondersteunen tegen alles wat communistisch is. Eenmaal in Oost-Duitsland aangekomen saboteert het gezelschap de strenge regels van een bewakend comité onder leiding van ene Wolfgang Speck, een vazal van de communistische partij. Reve gaat samen met Hans Plomp naar mevrouw Weigel om zijn boek aan te bieden, maar dit bezoek verloopt teleurstellend. De weduwe fulmineert tegen de Westerse kapitalisten, vraagt wat er met het geld van de vertaling is gebeurd en is niet van plan een kaartje te regelen voor een opvoering van Der Kaukasische Kreidekreis van Brecht in het Theater am Potzdammerplatz.
Uiteindelijk bemachtigt Reve toch nog kaartjes. Hij is geshockeerd door de reactie van Weigel. Zelf afkomstig uit een Amsterdams communistisch nest, herinnert het hele voorval hem aan de bekrompenheid van deze kringen in Betondorp, waar hij zijn jeugd doorbracht.
Meedogenloze engel
De scholieren hebben ontmoetingen met Oost-Duitse meisjes en keren ’s avonds terug in de luxe van een West-Duitse jeugdherberg.
Hier wacht hun op een avond een vreemde verrassing. Het incident speelt zich af op het slaapzaaltje dat Hans Plomp deelt met Reve en schoolvriend Van Bemmelen. Wanneer Hans en zijn vriend zich uitkleden verliest Reve zijn zelfbeheersing en hij begint zich af te trekken onder roepen van verwarde kreten als: "Kom toch hier, mijn meedogenloze engel, laat me je kastijden voor de geilheid die je in oompje opwekt."
(Wordt vervolgd)
zes reacties op "Inkt op de Amstel: Hans Plomp in Amsterdam [2]"
Schoenefeld lag in het DDR gebied van Berlijn, de luchthaven werd na de hereniging uitgebouwd tot het grote moderne vliegveld wat het nu is en heeft in 2008 de functie van Tempelhof overgenomen.
Tempelhof is sindsdien gesloten als secundaire luchthaven, alleen Tegel (West) wordt nog gebruikt na sluiting van Tempelhof.