AmsterdamCentraal.nl

De huizen in de Rivierenbuurt en de hele sfeer staan hem als kind behoorlijk tegen: ’De Amsterdamse School, wereldberoemd, daarin ben ik opgegroeid. Straten en huizen zonder zon. De portieken duistere spelonken, waarin monsterachtige mensen woonden. Enkele daarvan waren door mijn ouders tot besmet verklaard, omdat er vlooien, stank en schooiers woonden. Vervloekte families, door de buurt uitgestoten, net als degenen die in de verkiezingstijd een bord van de communisten ophingen.’ (uit: Gulle Nachtmoeder)

Zolderkamer
Hans en zijn jongere broer Willem verhuizen na enige tijd naar de zolderkamer. Hans heeft een klein kristalontvangertje gebouwd, een radiootje in een jampot en kan een zender horen met een oude legerkoptelefoon. Stiekem, zijn vader komt regelmatig kijken of hij al slaapt.

Na een gesprek van zijn vader met de meester van de Lagere School gaat Hans naar het Christelijk Lyceum in de Moreelsestraat, de ouders van Hans waren streng gelovig. Dit wordt geen succes. hij verhuist van school en bezoekt de HBS-A in de P.L.Takstraat.

Xaviera Hollander
Vera de Vries, de latere Xaviera Hollander, schrijfster van de bestseller The Happy Hooker, zat daar ook op school en herinnert zich Hans:
’Hij was een mooie jongen, wat verlegen, maar met een vileine vreemde lach, er waren veel meisjes verliefd op hem.’

Hij luistert naar andere muziek dan eerst, Bartok, Strawinsky, Mahler en Schönberg. En hij maakt kennis met Marx. Ook het lezen van echte literatuur gaat beginnen. Kafka en Kloos, de laatste met de zinsnede: ‘Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten en zit in ’t binnenst van mijzelf ten troon.’
Dat is taal, die correspondeert met het losmakingsproces, waar de jonge Hans Plomp middenin zit. En hij schrijft zijn eerste gedichten, zoals veel middelbare scholieren. Alleen Hans Plomp zal ze zijn hele leven blijven schrijven.

Gerard Reve
En hij leert de schrijver Gerard Reve kennen, die op dat moment nog woont op het adres Oudezijds Achterburgwal 55.
Hans wil hem interviewen voor de schoolkrant. De ontmoeting met Reve is uiterst curieus.

’Hij woonde op een bovenverdieping in de hoerenbuurt. Toen we binnenkwamen liep hij halfnaakt rond, bezig een douche te nemen, dronken, terwijl zijn vriend (Wimie red.) ons op ons gemak stelde. We zaten nauwelijks toen er een vrouw binnenkwam, ook tamelijk dronken,die om wat jenever vroeg. De schrijver stormde tevoorschijn, naakt en schold:’Ga je weg, klerehoer, dat zuipt maar van mijn goede jenever en smijt maar geld over de balk. Loop zelf naar de jeneverboer.’ (uit: Gulle Nachtmoeder).

Hierna vloekte en schold Reve nog een tijdje door, om zich vervolgens weer wat te hernemen toen de vrouw verdwenen was. Het was zijn voormalige echtgenote, de schrijfster Hanny Michaelis, waarmee hij overigens tot zijn dood een warme relatie zou blijven onderhouden.

Masturberen
De schrijver vertelt de jongens dat hij twintig maal per dag moet masturberen. Dat iemand kennelijk zo’n groot beest zou kunnen zijn en zo’n groot kunstenaar fascineerde hen. Tijdens het gesprek, dat als interview was gepland, schurkt Reve met zijn geslacht tegen een tafelpoot tot hij inderdaad diep kreunend in ieders aanwezigheid klaarkomt. Plomp zal later verklaren dat het nimmer zijn ambitie was om een tafelpoot van Reve te worden. Hij bezoekt Reve veelvuldig erna en deze wil dat Plomp onder de douche gaat.

'We hadden thuis geen douche, dus ik vond het wel prettig. En de schrijver stond dan verrukt door het gordijntje te loeren of waste mijn rug. Het kon mij niet zoveel schelen. Ik voelde me wel een beetje vereerd. Hij respecteerde mijn onschuld en raakte me verder nooit aan.' (uit: Nachtmoeder)

Deze bizarre ontmoeting zal wel de schrijverscarrière inluiden van Hans Plomp, maar daarover de volgende keer!