In 2008 gaat Amsterdam nieuwe metrotreinstellen bestellen en ook naar de inrichting daarvan zal goed worden gekeken. De gemeente stelt hoge eisen, want het reizen moet veiliger en comfortabeler. Ook zullen de nieuwe wagons overzichtelijker zijn en makkelijker schoon te houden. Het kost een hap centen, maar dan heb je ook wat.
Het is een nobel streven om het de reiziger naar de zin te maken. Daarbij moeten gemeente en deelraden niet alleen oog hebben voor de dure treintjes van de metro, maar ook voor het overige openbaar vervoer, zoals trams en bussen. En met name ook de infrastructuur eromheen. Want daarmee is het dikwijls droevig gesteld.
Comfort en veiligheid worden voor een belangrijk deel namelijk óók bepaald op de halte.
Een goed voorbeeld zijn de haltes van de trams 1 en 17 op de Cornelis Lelylaan, op de kruising met de Johan Huizingalaan. Lijn 1 is de langste en meest frequent rijdende tramlijn van Amsterdam. Maar de genoemde halte is al sinds de komst van de tramlijn daar hetzelfde. Vanonder een groot, donker en somber viaduct moeten reizigers trappen op om de halte te bereiken. Niet bepaald vriendelijk voor mensen die slecht ter been zijn of een kinderwagen bij zich hebben.
Ook kun je vanaf het straatniveau niet zien of er een tram nadert, zodat je niet even een sprintje kunt trekken om hem nog te halen. Menig reiziger moet hijgend en vloekend bovenaan de trap vaststellen dat de tram net wegrijdt.
lichtgevende cijfers
Dat kan stukken beter. Dit is niet meer van deze tijd, zoals stadsbestuurders zelf altijd graag zeggen. Op diverse plaatsen in de binnenstad staan langs deze lijn elektronische borden met de vertrektijden van de trams. Waarom niet overal op de lijn? Juist de situatie op de Cornelis Lelylaan vraagt erom. Gek genoeg staan ze bij station Lelylaan weer wél!
Echt technisch innovatief zou het zijn om dergelijke borden ook op straatniveau aan te brengen, bijvoorbeel in grote lichtgevende cijfers op de rand van het viaduct.
bloembolletjes
Bij de trappen moeten voorzieningen voor de minder mobiele mens komen. Dat wordt misschien wat duurder, maar ach, van die honderden miljoenen voor de metro ligt men kennelijk óók niet wakker, dus vergeleken daarmee is dit allemaal peanuts.
Het stadsdeel Slotervaart mag eens wat gaan doen aan de deprimerende en onveilige situatie onder het viaduct. Elk jaar wat bloembolletjes in het perkje zetten is wat magertjes.
hoongelach
De kwaliteit van het openbaar vervoer zit hem dus niet alleen in geavanceerd materieel, maar vooral ook in de details. Comfort en veiligheid krijgen pas werkelijk gestalte als de reiziger denkt: "Ha fijn! Ik mag vandaag weer met de tram!"
Op dit moment hoor ik op de achtergrond nog een hoop hoongelach bij die opmerking...
Ook omgevingsinformatie bij de halte aansprekend (of uberhaupt) weergeven is ze teveel gevraagd. Of de desbetreffende halte correct weergeven op de eigen plattegrond met routes.
De promo's van het GVB (Probeert de vernieuwde Combino !) doen dan ook vooral aan de newspeak van NS denken; het woord 'vertraging' niet in de mond nemen in de hoop dat de reiziger niet door heeft dat weer eens gewanpresteerd wordt.
Dus voordat er zelfs maar een lichtkrantje op de haltes gemonteerd wordt om de reiziger over stremmingen in het tramnet te informeren zal het wel 2010 zijn, vrees ik. Arnouds hoongelach klinkt hoe langer, hoe holler.